Bewegingsdetectie configureren

Heeft u een Bascom PRO of PLUS-camera? Dan adviseren we aan om bewegingsdetectie uit te schakelen en alleen de personen- en voertuigendetectie te gebruiken.

De bewegingsdetectiefunctionaliteit maakt een gebeurtenis aan zodra er beweging in het beeld wordt gedetecteerd. U kunt andere functies, zoals opnamemethodes en pushmeldingen, hierop laten inhaken. U kunt de gevoeligheid van de bewegingsdetectie aanpassen (hoeveel beweging nodig is om deze te activeren) en instellen of bepaalde gebieden in het beeld moeten worden uitgesloten. Bewegingsdetectie is standaard ingeschakeld voor alle cameramodellen.

Instructies voor de recorder (met een monitor en muis)
  1. Beweeg uw cursor tegen de onderkant van het scherm zodat de menubalk verschijnt.
  2. Klik linksonder op het menupictogram  .
  3. Klik op Instellingen. Ontgrendel de recorder als daarom wordt gevraagd.
  4. Navigeer naar Camera's > Bewegingsdetectie.
  5. Vink het selectievakje Inschakelen aan van elke camera waarvoor u bewegingsdetectie wilt activeren of deactiveren.
  6. Om het detectiegebied en de gevoeligheid van een camera aan te passen, klikt u op het tandwielpictogram  .
    1. Klik op Selecteer Alles om het hele gebied op te nemen, of op Verwijder Alles om het gebied te wissen en handmatig een nieuw detectiegebied in te stellen.
    2. Klik of klik en sleep om handmatig gebieden in het beeld te markeren. Rode markeringen worden opgenomen in de bewegingsdetectie.
    3. Selecteer een gevoeligheidsniveau in het dropdownmenu Gevoeligheid. 1 is de laagste gevoeligheid, 8 is de hoogste gevoeligheid.
    4. Verlaat de instellingen door met de rechtermuisknop te klikken.
  7. Klik rechtsonder op Toepassen om uw wijzigingen op te slaan.
Bekijk video-instructie
Instructies voor de computersoftware
  1. Klik bovenin het venster op het recorderpictogram  .
  2. Navigeer naar Kanaal > Beweging.
  3. Selecteer een camera in het dropdownmenu Kanaal.
  4. Zet de schakelaar Inschakelen aan om bewegingsdetectie te activeren of deactiveren.
  5. Om het detectiegebied te wijzigen, klikt u of klikt en sleept u in het beeld om gebieden te markeren. Rode markeringen worden opgenomen in de bewegingsdetectie.
  6. Selecteer een niveau in het dropdownmenu Gevoeligheid. 1 is de laagste gevoeligheid, 8 is de hoogste gevoeligheid.
  7. Klik op de knop Opslaan.
Bekijk video-instructie
Instructies voor de smartphone-app
  1. Tik op het menupictogram  .
  2. Ga naar Recorderinstellingen en selecteer uw recorder.
  3. Afhankelijk van uw recordertype navigeert u naar een van de volgende locaties:
    • Beweging.
    • Kanaal > Beweging > Beweging.
  4. Selecteer een camera in het dropdownmenu Kanaal.
  5. Zet de schakelaar Inschakelen aan om bewegingsdetectie te activeren of deactiveren.
  6. Selecteer een niveau in het dropdownmenu Gevoeligheid. 1 is de laagste gevoeligheid, 8 is de hoogste gevoeligheid.
  7. Om het bewegingsdetectiegebied aan te passen, tikt u op Gebiedsinstelling. In het beeld tikt of tikt en sleept u om gebieden te markeren. Rode markeringen worden opgenomen in de bewegingsdetectie.
  8. Tik bovenin op Opslaan of het diskettepictogram  .
Bekijk video-instructie
URL gekopieerd.